‘Samen’ begint meestal met een leuke ontmoeting, een goed idee of het willen bereiken van een gezamenlijk doel. Zo ontstaan relaties, ondernemingen, maatschappen en bijvoorbeeld coöperaties. Niets mis mee, maar toch ben ik in de afgelopen weken regelmatig geconfronteerd met de vraag ‘waar is samen gebleven’?.
Er bestaan verschillende definities voor samen, de meest eenvoudige is: bij elkaar, in elkaars gezelschap. Dit is overzichtelijk en te begrijpen. Samen komt echter ook voor in werkwoorden zoals samenwerken en samenleven. De definitie van samenwerken laat al iets meer van een verwachting zien: in onderling overleg werken. Door de toevoeging van het woord werken komt ook het aspect ‘in onderling overleg’ aan de orde. Het gaat ineens om meer dan bij elkaar of in elkaars gezelschap zijn. Iedereen moet iets doen om te kunnen samenwerken. Hier hebben we denk ik de bron van onduidelijkheden en conflicten te pakken.
Samen aan iets beginnen is dus niet het probleem, maar in samen iets volhouden schuilt het gevaar. Dat zag ik de laatste weken in een familiebedrijf. Hoe weloverwogen de beslissing tot samenwerking jaren geleden werd genomen. En ondanks de crises die men samen wist te overleven. Nu leek het niet meer te lukken. De gelijkwaardige samenwerking is onder druk komen te staan. Ofwel: het werk gaat wel door, maar ‘samen’ is zoek geraakt. Doorgaans kunnen samenwerkingspartners zelf de samenwerking onderhouden. Maar in deze casus werd gekozen voor een externe gespreksleider en zo ontstond weer ruimte voor het gezamenlijke belang.
Als de samenwerking eindigt in een conflict wordt vaak een mediator ingeschakeld. Ook die zal zoeken naar ‘samen’. Het woord samen mag dan volgens Van Dale een ‘bijwoord’ zijn, maar voor het oplossen van problemen is het essentieel. De moeite waard dus om ‘samen’ niet uit het oog te verliezen.
Anne Marie van Oldeniel-Boerhof