De suikerpot vliegt door de keuken en Karel stampt boos de keuken uit. “Zoek het maar uit!”, roept hij.
Toen broer Bart ruimte gaf aan zijn twijfels, was bij Karel een grens bereikt. Geschrokken blijft Bart achter. Karel is te boos om verder te praten. We spreken af dat ik hem later spreek. De twijfels van Bart mogen er zijn en ik praat hier verder over met hem. Hij vertelt dat hij bang is dat het plan mislukt. We bespreken waar zijn angst met name ligt. Ik merk dat het Bart oplucht om er over te praten.
Tijdens een wandeling in het bos met Karel bespreken we wat er achter zijn boosheid zit. Hij is bang dat er van uitstel afstel komt. De ingezette verandering is belangrijk voor hem, maar deze kan niet zonder Bart. Hij ziet geen uitweg en dat maakt hem boos. Ik stel weer om de tafel te gaan en Karel dit gevoel bij Bart kenbaar te maken.
Als antwoord op mijn vraag wat hen bij elkaar heeft gebracht wordt de startfoto van de muur gehaald. Bart en Karel kijken elkaar aan. Ze hervinden het vertrouwen in elkaar en zeggen tegelijk: er is al veel gebeurd. Bart vindt het een grote stap, maar wil wel verder. Karel zegt: “We moeten oog houden voor de twijfels die jij ziet. Daar kunnen we van leren en wat nog kan verbeteren, pakken we op.”
Als mediator kom ik boosheid en angst als emoties vaak tegen. Deze emoties kunnen je energie geven om te veranderen, maar emoties het kunnen je ook doen verstarren. In deze casus konden beide broers kijken wat hun voedde en daarna in perspectief plaatsen.
Welke emotie voel jij? Wat wil die jou vertellen en hoe ga jij daar mee om?